Verklaring
: moeilijke
woorden , e.d.
A |
|
Aalstreep |
Donkere streep die
precies in het midden over de lengte van de rug loopt. |
|
|
Agouti
|
Door het dominant verervende
agoutigen (A), wordt het tabbypatroon dat iedere kat genetisch draagt
zichtbaar. |
|
|
Amyloïdose
|
Amyloïdose is een ziekte die
bij verscheidene soorten, inclusief de mens, wordt gezien. De ziekte kan
een enkel orgaan aantasten of vele, maar het laatste is regel. De bij de
kat voorkomende vorm is vrij zeldzaam en ontstaat als reactie op een
primair ziekteproces. Bij de SomAby is vooral nier Amyloïdose
gezien, terwijl aantasting van de lever meer bij de Siamees is
waargenomen. Of het bij deze twee rassen dezelfde ziekte betreft is nog
onduidelijk. Ook zijn er nog tal van vragen over de erfelijke achtergrond
van de ziekte. Daarom is nader onderzoek nodig, alvorens een effectief
bestrijdingsprogramma kan worden opgezet. |
|
|
|
|
|
|
B |
|
Bloedgroep
: |
De 2 belangrijkste bloedgroepen van de
kat zijn A en B, ook is er een zeldzamere variant, namelijk AB.
Katten hebben van nature uit antilichamen in hun bloed tegen de andere
bloedgroep. Dus katten met bloedgroep A hebben antilichamen tegen B en
katten met bloedgroep B hebben antilichamen tegen A. De uiterst zelden
voorkomende AB bloedgroep heeft geen antilichamen.
De hoeveelheid antilichamen tussen
bloedgroep A en B is echter verschillend. Alle bloedgroep B katten hebben
een grote afweer (veel antilichamen) tegen A terwijl bloedgroep A katten
heel weinig afweer tegen B hebben. Weinig afweer is in dit geval
positief. Als een nestje geboren wordt, krijgen de kittens namelijk
zeer waardevolle melk (biest of colostrum) binnen. Deze melk bevat veel
antilichamen tegen o.a. niesziekte, kattenziekte, maar dus ook tegen de
andere bloedgroep. Aangezien bloedgroep B zo'n sterke afweer geeft tegen
bloedgroep A, breekt het bloed van de kittens met bloedgroep A af en
zullen ze ziek worden, met dikwijls de dood tot gevolg. Dit probleem
hebben poezen met bloedgroep A dan weer niet, daar zij heel weinig
afweerstoffen tegen B hebben.
Omdat bij de vererving bloedgroep A
dominant is over bloedgroep B, is de enige oplossing bij een moederpoes
met bloedgroep B die gekruist is met een kater van bloedgroep A, de eerste
16 - 24 uur (in sommige artikels staat zelfs 48 tot 72 uur) de kittens te flessen. Daarna is het gevaar
geweken. Andersom, dus moederpoes met bloedgroep A x kater met
bloedgroep B geeft geen problemen. |
|
meer
weten, klik hier. |
|
|
Blotched |
zie gemarmerd |
|
|
Bordetella |
kennelhoest |
|
bacterie, maakt deel uit tot het
niesziektecomplex |
|
|
Bovenbeet
|
Gebit waarbij de bovenkaak duidelijk naar voren
uitsteekt t.o.v. de onderkaak. Dit in tegenstelling tot onderbeet. Fokken
hiermee wordt afgeraden. |
|
|
Broek |
lange beharing aan achterzijde
van de achterpoten |
|
|
C |
|
CAC |
Certificat d'Aptitude au Championnat |
|
|
CAP |
Certificat
d'Aptitude au Prémiorat |
|
|
CACIB |
Certificat
d'Aptitude au Championnat International de Beauté |
|
|
CAPIB |
Certificat
d'Aptitude au Prémiorat International de Beauté |
|
|
CAGCI |
Certificat
d'Aptitude au Grand Championnat International |
|
|
CAGPI |
Certificat
d'Aptitude au Grand Prémiorat International |
|
|
CACE |
Certificat
d'Aptitude au Championnat Européen |
|
|
CAPE |
Certificat
d'Aptitude au Prémiorat Européen |
|
|
CAGCE |
Certificat
d'Aptitude au Grand Championnat Européen |
|
|
CAGPE |
Certificat
d'Aptitude au Grand Prémiorat Européen |
|
|
CACM |
Certificat
d'Aptitude au Championat du Monde |
|
|
CAPM |
Certificat
d'Aptitude au Prémiorat
du Monde |
|
|
CACP |
Certificat d'Aptitude au Championat Petit |
|
|
CACJ |
Certificat d'Aptitude au Championat Jeunesse |
|
|
Calici of FCV |
Virus, behorend tot het niesziektecomplex |
|
|
Calico |
zie schildpad
met wit |
|
|
CH |
Kampioen |
|
|
Chip |
Een
chip is een manier om een huisdier te kunnen identificeren. Elke chip heeft
een unieke cijfercode die bij een uniek huisdier hoort. Het is verplicht als
u o.a. met uw kat naar het buitenland wilt gaan.
Een chip is een klein glazenbuisje met daarin een unieke cijfercode. Deze is
gekoppeld aan de eigenaar gegevens. De chip wordt onderhuids ingebracht. Met
behulp van een scanner is de chip af te lezen. |
|
|
Chlamydia |
Bacterie, die een rol kan spelen
bij het niesziektecomplex |
|
|
Cinnamon |
zie sorrel |
|
|
Classic |
zie gemarmerd |
|
|
Cypers |
zie gestreept |
|
|
|
|
D |
|
Dilution |
zie verdunning |
|
|
Dominant
|
Een genetische eigenschap heet dominant
als slechts één van de twee genen
(die van de moeder òf die van de vader ) de eigenschap hoeft te hebben om
een afwijking, o.d. op het kitten over te brengen. |
|
|
E |
|
EC of EUR. CH. |
Europees Kampioen |
|
|
EMS |
Easy Mind System |
|
Op de stamboom staan er meestal EMS codes :
bij de abessijn is dit ABY, bij de abessijn variant is dit ABY var en
bij de somali is dit SOM
De kleuren van de kat worden aangeduid in:
- n = Wildkleur
- o = Sorrel
- a = Blauw
- p = Fawn
- b = chocolate
- c = Lilac
|
- ns = Zwart zilver
- os = Sorrel zilver
- as = Blauw zilver
- ps = Fawn zilver
- bs = chocolate zilver
- cs = Lilac zilver
|
|
|
|
EP of EUR. P. |
Europees Premior |
|
|
|
|
|
|
F |
|
Fevercoat |
zie Turncoat |
|
|
FeLV |
Feline
Leukemie Virus |
|
Katteleukose is een chronisch
verlopende ziekte die wordt veroorzaakt door het Feline Leukemie Virus.
Dit virus veroorzaakt bloedkanker en lymfklierkanker en tevens kan het
afweersysteem van de kat ernstig worden aangetast. Hierdoor wordt de kat
erg vatbaar voor allerlei andere aandoeningen. |
|
|
FIP |
Feline
Infectieuze Peritonitis - besmettelijke buikvliesontsteking |
|
FIP kent twee vormen, namelijk
de droge vorm en de natte vorm. Beiden vormen worden veroorzaakt door het
coronavirus.
- Bij de droge vorm is in eerste instantie weinig aan
het doen en laten van de kat te merken. In een later stadium wordt de
kat zichtbaar ziek, helaas is dit het laatste stadium van de ziekte en
zal de kat in een soort coma geraken.
- Bij de natte vorm is het ziektebeeld van de kat
duidelijker en meer zichtbaar, temeer de buik van de kat opzwelt
naarmate de ontsteking vordert.
Door middel van een echo of door wat vocht uit de
buikholte te halen, is de dierenarts in staat FIP te constateren.
Ondanks vele onderzoeken bestaat er geen geneesmiddel om FIP te bestrijden
en is men nog niet volledig op de hoogte over het wel en wee van de
ziekte. FIP is op zich niet
besmettelijk, het coronavirus wel ,een enkele keer muteert dat in FIP
Al met al is FIP helaas een dodelijke ziekte. |
|
|
|
|
FIV |
Feline
Immuno-deficientie Virus of Kattenaids |
|
Kattenaids
is een virus dat het immuunsysteem van de kat aantast, de natuurlijke
weerstand vermindert en teniet doet. Het virus is overdraagbaar door
speeksel en seksueel contact. In de meeste gevallen openbaren de eerste
symptomen van FIV zich na vijf weken na de besmetting, waaronder een
verhoogde temperatuur, lusteloosheid, opgezette (lymfe)klieren.
In een later stadium kan de kat te maken krijgen met één of meerdere
verschijnselen zoals rode en gezwollen ogen, een loopneus,
gewichtsverlies, diarree, bloedarmoede en tandvleesontstekingen. Na
bloedonderzoek zal de dierenarts FIV kunnen constateren. Helaas bestaat er
tegen FIV geen geneesmiddel, enkel en alleen bestaat een middel om de klachten/symptomen te verlichten. |
|
|
|
|
G |
|
GIC of GR. INT.
CH. |
Groot Internationaal Kampioen |
|
|
GIP of GR. INT. PR. |
Groot Internationaal Premior |
|
|
GEC of GR.
EUR. CH. |
Groot Europees Kampioen |
|
|
GEP of GR.
EUR. PR. |
Groot Europees Premior |
|
|
Gen
|
Genen spelen de hoofdrol in de
erfelijkheid, zij bevatten de informatie voor alle erfelijke
eigenschappen. Zowel van het uiterlijk als van de niet
uiterlijke eigenschappen zoals aanleg voor een bepaalde afwijking, enz. |
|
|
Gemarmerd |
Tabbypatroon
dat gevormd wordt door brede strepen/vlekken. |
|
|
Gestreept |
Tabbypatroon
dat gevormd wordt door smalle strepen |
|
|
Gevlekt |
Tabbypatroon
dat vlekken op het lichaam vormt |
|
|
Grondkleur |
Basiskleur |
|
|
H |
|
Herpes of FHV |
Virus, behorend tot het niesziektecomplex |
|
|
|
|
I |
|
IC of INT.
CH. |
Internationaal Kampioen |
|
|
IP of INT. PR. |
Internationaal Premior |
|
|
J |
|
|
|
|
|
|
|
K |
|
Kattenziekte
|
Kattenziekte is een virusinfectie
van het maagdarmkanaal bij katachtigen. Tevens tast het de afweer aan
doordat de meeste witte bloedcellen doodgaan (panleucopenie). De symptomen
zijn hoge koorts (vaak 40-41 graden), braken, bloederige diarree,
uitdroging en heftige buikpijn. Zonder behandeling sterft meestal meer dan
90% van de besmette dieren. Bij kittens is de sterfte vaak 100%. |
|
|
Kleuren |
zie vererving kleuren |
|
|
Knikstaart |
Er komen diverse vormen van knikstaarten voor. Zo kan een
knikstaart aangeboren zijn, maar ook verkregen, door bijvoorbeeld dat er
tijdens de opgroeifase in het nest iets met de staart is gebeurd
(bijvoorbeeld tussen de deur). Een kat heeft hier in de meeste gevallen geen
last van en hoeft er echt niet operatief worden ingegrepen. Het kan soms
alleen vreemd lijken.
Een knikstaart is eigenlijk een afwijking in het skelet en
met name de staart, vaak voelt een wervel plat
aan. Als het probleem zich aan het puntje van de staart bevindt, zal het
vaak niet opvallen, maar op een andere plaats kan het zichtbaar zijn. Echter
is het niet aan te bevelen om met deze dieren te gaan fokken als het
aangeboren is. Er kunnen namelijk ernstige afwijkingen ontstaan bij volgende
generaties, zoals onder meer open ruggetjes.
|
|
|
Kraag |
de langere vacht rond de nek bij
de kat |
|
|
KVV |
Kompleet
Vers Vlees
Gemalen rauw vlees in verschillende merken verkrijgbaar, zoals Tinlo,
Carnibest, enz... |
|
|
L |
|
Laarsjes |
de voetzolen en de achterkant van
de achterpoten |
|
|
Lapjeskat |
zie schildpad
met wit |
|
|
|
|
M |
|
Mastitis
|
Bij elke poes met een nest kan
melkklierontsteking (mastitis) optreden. Dit kan soms vrij plotseling
gebeuren. Een geregelde controle van de melkklierbatterij bij de poes is
dan ook beslist aan te raden.
Poezen die een klein nest hebben en een grote melkstuwing zullen (vooral
als een bepaalde melklier niet wordt leeggezogen) natuurlijk sneller last
hebben van mastitis.
Het vervelende kan zijn dat de poes dan kan weigeren de kittens verder te
zogen en dat de melkproductie snel afneemt.
Krijgt de poes koorts dan moet onmiddellijk door de dierenarts worden
ingegrepen! De kans is groot, dat de kittens dan verder met de fles
moeten worden gevoed. |
|
|
|
|
N |
|
Neusleer/spiegel: |
de onbehaarde voorkant van de neus |
|
|
Niesziekte
:
|
Niesziekte is de meest
voorkomende infectieziekte bij de kat.
Het is een uiterst besmettelijke aandoening die alle slijmvliezen van het
lichaam aantast en waar katten flink ziek van kunnen zijn.
Niesziekte is een ziekte die door meerdere kiemen wordt veroorzaakt.
De belangrijkste zijn het calici virus, het Herpes (rhinotracheitis) virus
en de bacteriën chlamydia en bordetella |
|
|
|
|
O |
|
Onderbijt
|
Gebit, waarbij de onderkaak
duidelijk naar voren uitsteekt t.o.v. de bovenkaak. Dit in
tegenstelling tot bovenbeet. Fokken
hiermee wordt afgeraden |
|
|
Ondervacht |
Dit zijn de donsharen van de
vacht |
|
|
Open
|
Deze term slaat op een kat in een
cattery die nog niet gecastreerd / gesteriliseerd is |
|
|
Overbeet |
zie bovenbeet |
|
|
P |
|
Pinch
|
Benaming voor een duidelijk
inkeping aan de zijkant van de kop bij de overgang van snuit naar wangen |
|
|
PK def |
Pyruvaat
Kynase Deficiëntie |
|
PK-def is een erfelijke
bloedziekte die o.a. bij mensen, honden en katten voorkomt. Het is een
recessief verervende afwijking die niet geslachtsgebonden is, d.w.z. dat
zowel mannelijke - als vrouwelijke dieren het in gelijke mate kunnen erven
en dat lijders een defect gen van zowel de vader als de moeder moeten
erven om de verschijnselen van PK-def te krijgen. Bij katten komt de
afwijking met name voor bij Somali's, Abessijnen en gewone huis- , tuin-
en keuken katten.
Pyruvaat kinase is een enzym dat nodig is voor het
omzetten van glucose in o.a. rode bloedcellen, ook wel erytrocyten
genaamd. De omzetting van glucose door het pyruvaat kinase enzym levert de
rode bloedcellen de benodigde energie om goed te kunnen functioneren. Door
een gebrek aan dit enzym sterven de rode bloedcellen vroegtijdig af. Dit
proces van afbraak van de rode bloedcellen wordt hemolyse genoemd. In het
geval van PK-def leven de rode bloedcellen maar 10 tot 15 dagen, terwijl
ze normaal gesproken zo'n 100 dagen leven.
Tekenen die op PK-def kunnen wijzen zijn bleke slijmvliezen, een verhoogde
pols en snel vermoeid raken. Katten met PK-def lijden aan chronische
bloedarmoede variërend van mild tot zeer ernstig. Vaak wordt er een
overdaad aan jonge rode bloedlichaampjes aangetroffen bij bloedonderzoek.
Verder kunnen de lever en de milt vergroot zijn en in sommige gevallen
ontwikkelen zich galstenen. Na het doorstaan van een infectie wordt de
bloedarmoede over het algemeen ernstiger
Er is geen fysiek onderzoek mogelijk naar vrij dier,
drager of lijder. Alleen lijders worden in een aantal gevallen ziek en
krijgen dan een langzaam verlopende bloedarmoede aan de gevolgen waarvan
die dieren uiteindelijk overlijden. Inmiddels is er voor deze aandoening wèl
een DNA-test ontwikkeld die elk van de 3 mogelijkheden aangeeft. De
uitslag kan dus VRIJ zijn ('NORMAL') dan wel DRAGER ('CARIER') dan wel
LIJDER ('AFFECTED').
Bij het fokken geldt ten aanzien van PKdef:
- VRIJ -
Mooi, een dier dat geen PKdef heeft of kan ontwikkelen....
- DRAGER -
Een dier dat geen PKdef heeft of kan ontwikkelen maar door die aanwezige factor voor PKdef alleen te combineren met een VRIJ GETEST dier.
Nakomelingen kunnen dan vrij of drager zijn.
- LIJDER -
Een dier dat mogelijk (maar dus niet altijd!!) PKdef zal ontwikkelen
en dus absoluut ongeschikt is voor de fok!
NOTA:
Het afkorten van de term 'Pyruvaat Kynase Deficiëntie' geeft
ongelukkigerwijs dezelfde afkorting als het bij onder meer de Pers, Brit
en enkele andere rassen voorkomende 'Polycystic Kidney Disease', dus ook 'PKD'.
Om verwarring te voorkomen spreekt men bij de ook onder de SomAby's soms
voorkomende Pyruvaat Kynase Deficiëntie daarom over 'PKdef'.
PKD is dus iets geheel anders en vererft ook anders,
namelijk dominant, het kan al op jonge leeftijd vastgesteld worden middels
nieronderzoek dmv een scan. Door lijders buiten de fokschema's te houden
ben je het tevens definitief kwijt in dat schema. Intussen bestaat er ook een genetische test voor deze ziekte. |
|
|
|
|
PL |
Patella Luxatie |
|
Er is nog veel te leren over patella luxatie, vooral ook bij het fysiek onderzoek bij katten, veel dierenartsen/specialisten drukken te hard, wat je juist bij een kat niet mag doen, soms kan dit zelfs tot beschadiging leiden. Wij laten onze katten via dit gestandariseerd protocol testen, klik hier, waar 'druk' staat, wordt uiteraard lichte druk toegepast.
Hieronder een artikel waarin alles goed wordt beschreven:
Gebaseerd op een lezing door drs. A. Meermans, dierenarts en docent diergezondheidszorg hogeschool Delft en de stichting Felissana
Opbouw van het kniegewricht
Een kniegewricht wordt gevormd door het dijbeen (femur) enerzijds en het scheenbeen (tibia) en kuitbeen (fibula) anderzijds. Over het kniegewricht heen loopt een pees van het bovenbeen naar het onderbeen met daarin de knieschijf (patella). Aan het bovenbeen zitten hele grote spieren (dijspieren), die lopen behalve van het bekken naar het bovenbeen ook over de kniepees heen naar het onderbeen, waar de kniepees vastzit aan een botrichel (crista tibiae), een scherpe vooruitstekende rand, op het scheenbeen. De kniepees is dus min of meer een soort lager voor al die pezen die van het bovenbeen naar het onderbeen gaan. Dat maakt het kniegewricht ook zo soepel en beweeglijk. In het bovenbeen zit een groeve, waarin de knieschijf past en waardoorheen de knieschijf alleen van boven naar beneden en terug kan bewegen. Bovendien zit de knieschijf met peesjes aan het bot verankerd.
Bij patella luxatie schiet de knieschijf uit de groeve over het randje heen en komt ernaast te zitten, een enkele keer aan de buitenzijde, maar in de meeste gevallen aan de binnenzijde, doordat de tibia ook naar de binnenzijde draait. De knieschijf kan weer terug op haar plaats schieten in de groeve wanneer de kat probeert te lopen. Een kat is slim en zal de stand van de poot aanpassen wanneer zij een losse knieschijf heeft. Het achterpootje wordt wat naar buiten gezet, waardoor de stand van het onderbeen verandert en de knieschijf beter op haar plaats blijft zitten. Doordat bij een luxatie ook de kniepees niet meer over het gewricht loopt, gaat de kat hinken en trekt de poot op: de knie kan niet meer buigen. De kat zal proberen het pootje los te schudden, waardoor de knieschijf weer op de goede plaats komt te zitten. Door bijvoorbeeld springen, zal de knieschijf er later weer afschieten. Het gemakkelijkst schiet de knieschijf van haar plaats als het been in rechte stand is, de patella zit dan mooi in het midden, er is heel veel beweging mogelijk en weinig spanning op de banden. Als het been wordt gebogen, zit er veel spanning op en kan de knieschijf ook bijna niet bewegen. De afwijking kan aan één of beide pootjes voorkomen. Dit hoeft niet in gelijke mate te zijn.
Het is voor de kat meestal geen verschrikkelijk groot probleem, omdat deze zich, in tegenstelling tot de hond, goed aanpast. Maar het is wel een probleem waar men rekening mee moet houden. Bij een ernstige patella luxatie waar niets aan wordt gedaan, kan artrose (beschadiging van het gewricht) optreden. Woekeringen van het kraakbeen en het bot geven een heel stijf gewricht.
De beschadiging ontstaat door het constant heen en weer bewegen van de knieschijf. Een lichte artrose laat een gewrichtspleet zien die niet meer zo scherp is, maar met nog wel een mooie ruimte erin. Bij ernstiger artrose wordt de gewrichtspleet veel nauwer door de ontstane woekeringen. De kat zal daar veel last van ondervinden. Omdat artrose niet meer terug te draaien is, moet men proberen deze te voorkomen.
Graden
Er zijn diverse gradaties, oplopend naarmate de ernst van de afwijking stijgt.
- een afwijking van 10 graden. De knieschijf is bij het strekken van de knie en bij het naar buiten draaien van de hak, zonder druk uit te oefenen, naar de binnenzijde van de poot te luxeren.
- een afwijking van 30 graden. Naast de afwijkingen zoals bij graad 1, schiet de knieschijf bij het lopen soms spontaan van haar plaats, waardoor de kat even de poot zal optrekken.
- een afwijking van 60 graden. De knieschijf is permanent geluxeerd, maar nog wel terug te brengen op haar plaats.
- een afwijking van meer dan 60 graden. De knieschijf is permanent geluxeerd en niet meer terug te brengen. De knie is stijf en voortdurend gebogen.
De meeste katten hebben graad 1 of 2. De graden 1 en 2 vallen onder habituele patella luxatie, de graden 3 en 4 onder stationaire patella luxatie.
Oorzaken
Patella luxatie kan diverse oorzaken hebben. Ten eerste kan de groeve in het bovenbeen te ondiep zijn of helemaal plat. De groeve hoort een gleuf te zijn waarin de knieschijf kan op en neer bewegen. Ten tweede kan de bouw van het bot afwijkend zijn. Normaal staat het been in een mooie rechte lijn. Bij een ernstige patella luxatie is zowel het bovenbeen als het onderbeen wat gedraaid en zit de crista tibiae niet meer mooi in het midden. Dit verandert ook de stand van de knieschijf die daardoor gemakkelijk van de plaats kan schieten.
Behalve de bouw van de botten is spierkracht ontzettend belangrijk om de knieschijf op de plaats te houden. Ondanks een slecht gebouwde knie, kan een kat met sterke bovenbeenspieren zich vaak heel goed redden. De stand van het pootje is dan wel afwijkend.
Patella luxatie wordt veroorzaakt door een groep genen. Zodra de invloed van deze groep hoog genoeg wordt, manifesteert de aandoening zich. Daardoor is het mogelijk dat kittens uit een combinatie waarbij beide ouderdieren patella luxatie vrij zijn, toch patella luxatie kunnen hebben, door het optellen van de genen van vader en moeder.
Onderzoek
Er zijn uitgebreide testen, waarmee gekeken wordt of de knieschijf opzij te bewegen is. Bij katten is het belangrijk dat er niet te hard tegen de knieschijf wordt geduwd, omdat het tere dieren zijn met tere peesjes en er door forceren beschadiging kan optreden. De knieschijf moet met weinig moeite van haar plaats kunnen worden gedrukt. Testen gebeurt onder andere door het pootje te strekken en te kijken hoeveel beweging mogelijk is. Enige beweging is altijd mogelijk. Dat is normaal en moet ook, omdat de kat anders een geheel stijve knie zou hebben. Er wordt bekeken of de knieschijf netjes midden op het bovenbeen zit als het pootje recht staat en of de knieschijf al van haar plaats te krijgen is door het onderbeen iets te draaien of door de hak iets naar buiten te draaien. Voorts is artrose in de knie natuurlijk ook een aanwijzing dat er iets niet goed is. Door middel van voelen zijn de patiënten goed op te sporen, röntgenonderzoek is daarvoor niet nodig. (Wel om artrose aan te tonen.)
Met een goed protocol kan ook de practicus goed op patella luxatie testen.
Ernstige afwijkingen zijn al op jonge leeftijd te constateren. Een definitieve patella luxatie vrij verklaring is echter pas af te geven als de kat volgroeid is.
Therapieën en prognose
Er hoeft niet operatief te worden ingegrepen als de knieschijf slechts zelden luxeert. Wel als de kat er echt last van heeft en kreupel loopt.
Als de patella luxatie niet zo ernstig is, kan de knieschijf met teugeltjes worden vastgezet. Met hechtdraad wordt een teugeltje door de pees langs het bovenbeen achter aan de sesambeentjes gezet, zodat het teugeltje de pees in de goede richting trekt. In ernstiger gevallen kan de crista tibiae waar de pees aan vastzit, in zijn geheel worden verplaatst in de richting die nodig is om de knieschijf in de goede stand te krijgen. Deze behandeling is aanzienlijk ingrijpender. De crista tibiae en de pees worden losgehakt, verschoven naar de goede plaats precies in het midden en vastgezet met pinnetjes door het bot heen. Eventueel kan ook de groeve worden uitgediept. Door een dergelijke operatie wordt de stand van de pees veranderd en op spanning gezet. Meestal wordt het kapsel eromheen ook ingekort, zodat daar ook spanning op komt te zitten, waardoor het allemaal heel stevig in elkaar zit. Dan moet het genezen en is het de bedoeling dat de knieschijf netjes op de plek blijft zitten. De prognose na een operatie is goed.
Erfelijkheid
Hoewel de wijze van vererving niet helemaal duidelijk is, is het wel duidelijk dat een afwijkende stand van het been voor een deel erfelijk is. Bij een aantal rassen komt de aandoening meer voor dan bij andere rassen. Met goede fokprogramma's kan het probleem aanzienlijk worden verminderd. Het is verstandig, voor er met een kat gefokt gaat worden, de kat te laten testen en een schriftelijke verklaring van de uitslag te vragen
|
|
|
Pneumonie |
longontsteking |
|
|
PRA |
Progressieve Retina Atrofie |
|
PRA, ook wel nachtblindheid
genoemd, is een erfelijke oogafwijking, die zich uit d.m.v.
verslechtering van het zicht. Het begint met in het donker nauwelijks
of niets te zien en eindigt in algehele blindheid.
PRA tast de levensverwachting niet aan en lijkt niet
gepaard te gaan met pijn.
PRA komt o.a. voor bij mensen, honden en katten. Het is een
recessief verervende afwijking die niet geslachtsgebonden is, d.w.z. dat
zowel mannelijke - als vrouwelijke dieren het in gelijke mate kunnen erven
en dat lijders een defect gen van zowel de vader als de moeder moeten
erven om de verschijnselen van PRA te krijgen. Bij katten komt de
afwijking vooral voor bij Somali's, Abessijnen, en wordt ook wel
aangetroffen in andere rassen zoals de siamees, pers, ... en gewone huis- , tuin-
en keuken katten.
Naast de recessieve vorm van PRA is er echter ook een
dominante vorm, maar deze uit zich al op zeer jeugdige leeftijd en is zeer
zeldzaam.
Men kan PRA testen doormiddel van een oogspiegeltest,
maar nu zijn er ook DNA
testen beschikbaar voor beide vormen van PRA
Voor de recessieve
(CEP290)
vorm, de
rdAc mutatie, geldt:
- VRIJ (N/N)-
Mooi, een dier dat geen PRA heeft of kan ontwikkelen....
- DRAGER( N/rdAc) -
Een dier dat geen PRA heeft of kan ontwikkelen maar door die aanwezige factor voor
PRA alleen te combineren met een VRIJ GETEST dier.
Nakomelingen kunnen dan vrij of drager zijn.
- LIJDER (rdAc/rdAc) -
Een dier dat mogelijk (maar dus niet altijd!!) PRA zal ontwikkelen
en dus absoluut ongeschikt is voor de fok!
Voor de dominante (CRX) vorm, de
Rdy mutatie, geldt:
- VRIJ (N/N)-
Mooi, een dier dat geen PRA heeft of kan ontwikkelen....
- DRAGER (N/Rdy)-
Een dier dat één copy heeft van de Rdy mutatie en door de dominantie daarvan zelf PRA zal ontwikkelen en dit ook voor 50 % zal doorgeven aan zijn nakomelingen. In dit geval zijn dragers ook absoluut ongeschikt voor de fok.
- LIJDER (Rdy/Rdy)-
Een dier dat PRA zal ontwikkelen
en dus absoluut ongeschikt is voor de fok!
NOTA:
Een kat kan ook door Taurine gebrek en een overdosis Enrofloxacine, een
veel gebruikt breed-spectrum antibioticum, PRA ontwikkelen. Echter
is deze vorm van PRA wel te behandelen. Zodra het voedingstekort aangevuld
wordt, of de behandeling met enrofloxacine gestopt wordt zal de aandoening
verdwijnen. |
|
|
PR. |
Premior |
|
|
|
|
Q |
|
|
|
|
|
|
|
R |
|
Rabiës |
Hondsdolheid |
|
Een virusziekte die
levensgevaarlijk is voor alle warmbloedige dieren inclusief de mens.
Het virus komt met speeksel via een wondje in het lichaam en verspreidt
zich langs zenuwbanen naar de hersenen, waarna uiteindelijk het dier
sterft. |
|
|
Recessief:
|
de kat vertoont een bepaalde eigenschap pas wanneer het door beide ouders wordt doorgegeven.
De eigenschap kan zich dus enkel openbaren als dat bepaalde gen dubbel
aanwezig is. |
|
|
Ros |
rood |
|
|
Ruddy |
zie wildkleur |
|
|
Rufisme
|
Rufisme is een term die de
relatief grote variatie aan bruine pigmentatie bij katten weergeeft. De
hoeveelheid rufisme beslist of een wildkleur een warme kleur heeft of een
meer grijzige tint. Het beslist ook of een rode kat een warm, donkerrood
zal zijn of vaal oranje. De variatie tussen deze twee extremen is
oneindig. Daarom wordt dit kenmerk waarschijnlijk beïnvloed door vele
andere genen (polygenetisch vererfd), en waaraan vele genen kleine
positieve of negatieve effecten toevoegen. |
|
|
S |
|
scarabee-patroon
|
Vlek op het voorhoofd in de vorm
van de letter M. Bij sommige rassen is deze vlek echter iets
complexer en vormt precies een oude Egyptische scarabee (mestkever). |
|
|
schildpad |
zie tortie |
|
|
schildpad
met wit
|
heeft in tegenstelling tot de
schildpad, duidelijke, van elkaar gescheiden grote kleurvelden. Dit
komt omdat het wit de 2 kleurvelden samenduwt. |
|
|
Show |
ga naar showverklaringen |
|
|
Spenen |
afwennen van de moedermelk |
|
|
Spotted |
zie gevlekt |
|
|
Stress-staart |
De staart is helemaal gezond,
geen knikstaart of andere afwijking. Maar zodra er
een situatie ontstaat waarbij de kat in de stress raakt, gaat de staart een
vreemde houding aannemen, zodat het lijkt alsof er een afwijking in de
staart zit. En zodra deze situatie weg is, is de staart weer in een normale
houding. |
|
|
Suprelorin |
Suprelorin is een implantaat (een
'staafje' ) dat wordt gebruikt om bepaalde dieren tijdelijk onvruchtbaar te
maken. Het wordt onderhuids aangebracht, op dezelfde manier als een
identificatiechip. |
|
|
T |
|
Taankleur
|
Komt voor bij zilvers,
delen van de vacht die in plaats van zilverwit bruinachtig zijn. |
|
|
Tabby
|
vachttekening die tot uiting komt
bij aanwezigheid van het dominant verervende agoutigen. Deze katten
hebben de typische 'M' op het voorhoofd, er zijn 4 patronen ticked,
gestreept,
gevlekt en gemarmerd |
|
|
Ticked of
Ticking
|
Kenmerk van de Somali en
Abessiijn:
Elk haar op hun
lichaam heeft 2-3 banden van een donkere kleur, in contrast met lichter gekleurde
banden. Vererft dominant (TA-gen) over de overige
tabbypatronen. |
|
|
Tortie
|
Tortie is een afkorting van
tortoiseshell en dat is engels voor schildpaddenschild. Is zo
genoemd omdat de vacht van deze katten er een beetje op lijkt. De
vacht is gemêleerd en bestaat altijd uit 2 hoofdkleuren (geen wit).
Omdat rood en crème altijd een tabbytekening tonen,
lijkt het wel of ze meer kleuren hebben. |
|
|
Transponder |
zie chip |
|
|
Turncoat |
Een Turncoat, ook wel fevercoat
genoemd wordt vaak veroorzaakt door een bacterie. Sommige katten
worden geboren als zijnde omgekeerde silvers. Dit wordt dan vaak een
Turncoat genoemd, het 'silver' verdwijnt in de loop van de tijd en de
oorspronkelijke kleur ontstaat. Dit is een gevolg van een bacterie in de
baarmoeder ( let wel hoeft geen baarmoeder ontsteking te zijn)
De kat hoeft geen eens
koorts te hebben gehad, wel is er altijd sprake van een bacterie, dat ze
ziek zijn geweest en mogelijk AB hebben gekregen
Een kat met fevercoat of Turncoat is gewoon even gezond of kwetsbaar als een normaal kitten, ligt eraan hoe je het bekijkt.
Fever of Turncoat is NIET rasgebonden
|
|
|
U |
|
Uitzwaaien of Uitslaan |
Als een kitten vruchtwater heeft binnengekregen dan kan men het kitten uitzwaaien, ook kan men deze tactiek gebruiken wanneer een kitten zich heeft verslikt onder het voeden. Als het zich heeft verslikt heeft in poedermelk kunnen er helaas wel deeltjes poeder achterblijven, wat als resultaat longontsteking kan hebben, maar indien niet kan het een leven redden.
Je mag wel niet te hard zwaaien want dan kunnen de longetjes dichtslaan. |
|
|
|
|
V |
|
Variant:
|
Een Abessijn
die onzichtbaar het gen voor langhaar draagt.
Omdat zij het gen voor langhaar dragen, mag een variant enkel voor de
somalifok gebruikt worden. Daarom worden ze ook wel eens somali variant
genoemd. Voor meer informatie, klik
hier. |
|
|
Verdunning: |
Lichtere uitvoering van een
kleur.b.v: de
verdunning van wildkleur is blauw |
|
|
Vererving kleuren |
Klik op deze link om een volledig overzicht te krijgen.
Bij zilvers heb je dan nog de zuivere zilver (met een zuivere zilver als ouder kan je geen non silvers [wildkleur, sorrel, ...] krijgen., met een niet fokzuivere zilver [een zilver die non silver draagt], kan je dit wel) |
|
|
Verslikpneunomie |
Longontsteking veroorzaakt door
verslikking |
|
|
W |
|
|
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
|
Y |
|
|
|
|
|
|
|
Z |
|
|
|
|
|
|
|
|
Show verklaringen
Keurmeester
|
Bevoegde beoordelaar van katten
op kattenshows.
De beoordeling, (kwalificatie en classificatie)
geschiedt op basis van de beschrijving van het ras. |
|
|
Keuren
|
Het keuren van katten gebeurt
volgens een internationaal erkende standaard waarin de kenmerken voor het
ras beschreven staan, samen met de beoordelingscriteria. De huiskatten
worden gekeurd op hun uiterlijk, conditie en verzorging. Zie ook
hier: http://www.nokk.nl/ |
|
|
Keurrapport
|
Het keurrapport is het enige officiële
bewijs van de kwalificatie die door de keurmeester aan de kat is
toegekend. |
|
|
De
keurmeester kan volgende kwalificaties
toekennen:
|
G |
Goed |
|
geen tentoonstellingsdier en niet geschikt
voor de fok |
|
|
ZG |
Zeer Goed |
|
De kat is niet geschikt voor de
show, maar kan mits een goede partnerkeuze geschikt zijn voor de fok. |
|
|
U |
Uitmuntend |
|
Tentoonstellingskat en geschikt
voor de fok.
In alle klassen is "Uitmuntend" de hoogste kwalificatie die
behaald kan worden. Deze kan naargelang van het aantal mededingers nog
onderverdeeld worden in U1,U2,U3.... Mochten er meer katten in een
bepaalde klasse voorgebracht worden en zij zijn uitmuntend bevonden, dan
krijgen zij de kwalificatie U. Als de kat ouder dan 9 maanden is en
"U1" behaald kan hij of zij een titel behalen. |
Titels, e.d.
Klasse
|
Certificaat
|
Verklaring
|
Nestklasse
|
|
In deze klasse
mogen nesten ingeschreven worden van minimaal 3 kittens. Uit deze
nesten wordt het beste nest uit de betreffende categorie gekozen.
|
BABYKLASSE
|
|
Zit er in het nest een uitzonderlijk mooi
kitten tussen
10 weken en 3 maanden, dan
kan het in Babyklasse.
|
Kittenklasse
|
U1 of CACP |
Vanaf de leeftijd van 3 tot 6 maanden gaan de
katjes in de Kittenklasse.
|
Jeugdklasse
|
U1 of CACJ |
Vanaf de leeftijd van 6 tot 9
- 10 maanden gaan de
katjes in de Jeugdklasse.
|
open
klasse
|
CAC
|
Een kat die 3 CAC's heeft
behaald bij 3 verschillende
keurmeesters , heeft recht op de titel Kampioen (CH.)
|
Castraten
Klasse
|
CAP
|
Een castraat die 3 CAP's heeft behaald
bij 3 verschillende
keurmeesters, heeft recht op de titel Premior (PR.)
|
kampioens-
klasse
|
CACIB
|
Een kat die 3 CACIB's heeft
behaald in minstens
2 verschillende
landen en van minstens 2 verschillende keurmeesters, heeft recht op de
titel Internationaal Kampioen (INT.CH.)
|
premioren-
klasse
|
CAPIB
CAPIB
|
Een castraat die 3
CAPIB's heeft behaald in minstens
2 verschillende
landen en van minstens 2 verschillende keurmeesters, heeft recht op de
titel Internationaal Premior (INT.P.) |
Internationaal
kampioens-
klasse
|
CAGCI
|
Een kat die 3 CAGCI's
heeft behaald in
minstens
2 verschillende landen bij 3 verschillende keurmeesters, heeft recht op de
titel Groot Internationaal Kampioen
(GR. INT. CH. )
|
internationaal
premioren
klasse
|
CAGPI
|
Een castraat die 3 CAGPI's heeft
behaald in minstens
2 verschillende landen bij 3 verschillende keurmeesters, heeft recht op de
titel Groot Internationaal Prémior
(GR. INT. PR.)
|
Groot
Internationaal
kampioens-
klasse
|
CACE
|
Een kat
die 3 CACE's in 3 verschillende landen bij
3 verschillende keurmeesters
heeft behaald, heeft recht op de titel Europees Kampioen (EUR. CH.)
|
groot
internationaal
premioren
klasse
|
CAPE
|
Een
castraat die 3 CAPE's in 3 verschillende landen bij
3 verschillende
keurmeesters heeft behaald, heeft recht op de titel Europees Premior (EUR.
PR.)
|
europees
kampioens-
klasse
|
CAGCE
|
Een kat die 4 CAGCE's
in 4 verschillende landen bij
4 verschillende keurmeesters heeft behaald, heeft recht op de titel Groot Europees Kampioen
(GR.EUR. CH.)
|
Europees
premioren
klasse
|
CAGPE
|
Een castraat
die 4 CAGPE's in 4 verschillende landen bij
4 verschillende keurmeesters
heeft behaald, heeft recht op de titel Groot Europees Premior (GR.EUR. PR.)
|
groot
europees
kampioens-
klasse
|
CACM
|
Een kat
die 3 CACM's heeft behaald bij 3 verschillende keurmeesters, in 3 verschillende landen waarvan
één in een ander continent, heeft recht op de titel
World
Champion (World Ch.)
|
groot
europees
premioren-
klasse
|
CAPM
|
Een kat
die 3 CAPM's heeft behaald
bij 3 verschillende keurmeesters, in 3 verschillende landen waarvan één in een ander continent,
heeft recht op de titel World Premior (World Pr.)
|
EREKLASSE
|
|
Vanaf de kat de
titel van Groot Europees Kampioen/Premior behaald heeft, kan ze
ingeschreven worden in de Ereklasse. De hoogste vermelding is U1, met
eventueel de prijs Beste Ereklasse Korthaar, Halflanghaar of Langhaar.
|
Determinatie
Klasse |
|
De katten in
deze klasse worden vóór de eigenlijke keuring door minimaal twee
keurmeesters beoordeeld om te bepalen tot welke kleur of variëteit ze
behoren. Na deze determinatie worden de katten gekeurd in de klasse waarin
ze thuishoren. |
Buiten Mededinging
|
|
Katten ingeschreven in deze
klasse mogen wel in de tentoonstellingsruimte, maar worden niet gekeurd
(en dingen dus ook niet mee naar titels en prijzen). Heb je een kitten dat
beschikbaar is, maar niet geschikt is voor show, of een kat, niet
geschikt voor show of onhandelbaar op de keurtafel, maar dat je niet graag
thuislaat, kan het in deze klasse. |
Vachtklasse |
|
Korthaar, Halflanghaar en Langhaar |
LET OP !!
Wordt uw kat halverwege het behalen van titels gecastreerd of gesteriliseerd,
dan begint hij of zij opnieuw vanaf de Kastratenklasse. Een katje dat
bijvoorbeeld Europees Kampioen is en geholpen wordt, gaat dus niet naar de
Europees Premiorenklasse (CAGPE) maar naar de Kastratenklasse (CAP).
Prijzen
In de Nest- , baby- en ereklasse wordt de Beste
Korthaar, Halflanghaar of Langhaar gekozen.
In de huiskattenklasse wordt aan het katje met de vermelding U1 de prijs Beste
Huiskat toegekend.
Voor de katten in de andere klassen
(uitgezonderd Buiten Mededinging) zijn er de volgende prijzen voorzien:
BIV |
Best In Variëteit |
|
Deze prijs kan toegekend worden aan 1 van de
katten van hetzelfde ras, dezelfde vachtkleur en eventueel geslacht, mits er minimaal 3
exemplaren aanwezig zijn, wordt soms ook Best in Color (BIC) genoemd |
|
|
Speciale prijs
|
Katten waarvan te weinig
exemplaren aanwezig zijn om Best in Variëteit te kunnen halen, maar toch
zo uitzonderlijk zijn dat het zonde zou zijn ze zonder prijs naar huis te
laten gaan, kunnen een Speciale Prijs toegekend krijgen.
Soms stellen exposanten ook een beker
ter beschikking voor een bepaalde soort kat (b.v. voor de Beste wildkleur
somali). Afhankelijk van het oordeel van de Keurmeester wordt dan deze
prijs ook op het podium uitgereikt. |
|
|
BID |
Best
in Division |
|
Beste kat op een wat grotere
kattenshow binnen een Variëteitengroep (bijvoorbeeld: alle kleuren bij de
abessijn tezamen).
Deze prijs wordt meestal gegeven door één of meerdere keurmeesters
(die bevoegd zijn voor die groep). De dieren met BID komen in
aanmerking met een verkiezing
onderling voor de prijs BOB. |
|
|
V.B.I.S |
Voordracht Best in Show
(nominatie) |
|
Als een Keurmeester alle aan hem
toegewezen katten gekeurd heeft, begint hij aan het samenstellen van zijn
lijst met Voordrachten voor Best in Show.
Uit de door hem gekeurde katten draagt hij/zij per vachtklasse - ongeacht
het ras - zijn beste exemplaren in de volgende categorieën voor:
Kittenklasse Katers, Kittenklasse Poezen 3-6, Jeugdklasse Katers, Jeugdklasse Poezen, Katers, Poezen, Kastraat Katers en Gesteriliseerde
Poezen.
Deze katten krijgen in ieder geval al de vermelding VBIS op het
keurrapport. |
|
|
BIS |
Best In Show |
|
Alle katten per vachtklasse die door de
Keurmeesters voorgedragen zijn voor Best in Show worden opgehaald en aan
de verschillende Keurmeesters gepresenteerd. Uit b.v. alle voordrachten
van de Jeugdklasse Katers kiezen de Keurmeesters dan 1 exemplaar welke
Best in Show wordt. Het katje dat Best in Show geworden is, komt later op
het podium voor een prijs en krijgt de vermelding BIS op het keurrapport. |
|
|
BOB |
Best of Best |
|
Als uiteindelijk in een vachtklasse alle Best
in Shows verkozen zijn worden deze opnieuw aan de Keurmeesters
gepresenteerd. Hieruit wordt 1 beste exemplaar gekozen welke Best of Best
wordt. Op het podium krijgt deze kat nog een extra prijs en de vermelding
BOB komt op het keurrapport. |
|
|
BOA |
Best over All |
|
Eenmaal de Best of Bests bekent zijn, kiest 1
van de Keurmeesters uit deze dieren de allerbeste. Deze kat is verkozen
tot de mooiste kat van de tentoonstelling. Hij of zij verlaat het podium
met nog extra prijzen en krijgt (als er nog plaats is op het keurrapport)
de vermelding Best Over All op het keurrapport. Wordt ook wel Best
General genoemd |
©2004
- 2015 webdesign Marina Van den Dries. All rights reserved.
© Art by Karl Bang |